De eerste noot ligt op een afstand van twee meter en daarna ligt er een om elke vijftien centimeter.
U staat zelf achter de gooi- of beter gezegd, de schietstreep.
Bij het schieten moet u er op letten dat de kogel voor de volgende streep de grond raakt.
Schiet u zo hoog dat de kogel na de streep de vloer raakt, dan krijgt u tien strafpunten.
De telling gaat als volgt:
Raakt u vooraan of in het midden een paar noten, dan wordt het aantal noten met vijf punten vermenigvuldigd en er wordt een min voor gezet. U hebt “dik” geschoten, dus strafpunten verdiend.
Schiet u echter noten van de achterkant, dan schiet u in de plus. U hebt dan “dun” geschoten.
’t Gaat er natuurlijk om, zoveel mogelijk dun te schieten.
Schiet u nu “dik en dun, dan blef ’t zo as ’t stun”.