in 2025 bestaat Drouwenerveen 300 jaar.
Vanaf 1725 is er op de plek van het huidige Drouwenerveen sprake van een kleine nederzetting. Deze nederzetting werd het Drouwener Moeras genoemd. Er woonden enkele boeren die boekweit verbouwden op het hoogveen, enkele ambachtslieden en wat armlastige bewoners. [1]
De eerste pogingen tot ontginning van het veengebied van Drouwen in de 17e eeuw leden schipbreuk door geldgebrek en faillissementen van de ontginners. In de 18e eeuw werden nieuwe pogingen gewaagd door de markegenoten van Drouwen. Het ontbreken van een goed afvoerkanaal voor de turf vormde in die periode het hoofdprobleem waardoor er geen grootschalige ontginning kon plaatsvinden. Wel ontstond er een kleinschalige ontginning nabij Gasselternijveen. In 1807 telde het gebied wat we nu Drouwenerveen noemen, 23 woningen.
De vervening kwam goed op gang dor de aanleg van het Stadskanaal via een geheime resolutie van 11 februari 1765. Er werd besloten tot het graven van een vaart (het Stadskanaal) over te gaan, aan de noordoostzijde van de 60 roeden, ter breedte van veertig voeten (circa 13 meter) en met een tempo van honderd roeden (400 meter) per jaar. [2]
Voor het Drouwenerveen werd in 1825 door een aantal veeneigenaren de Drouwender Veen Maatschappij opgericht. Onder hen treffen wij leden aan van bekende Drentse notabele families als Kniphorst, Kymmell, Oostingh, Meursing en Alingh. Het doel van de maatschappij was het ontginnen, aankopen en aan snee brengen, en verkopen van hoogveen in het Drouwenerveen [3]
- [1] https://nl.wikipedia.org/wiki/Drouwenerveen
- [3] https://edepot.wur.nl/296609 bladzijde 88
- [3] https://edepot.wur.nl/296609 bladzijde 103