Geschiedenis van het landschap rond Drouwenerveen

meander3
Een meander van de oude Hunze

Het landschap in Noord-Nederland en dus ook van Drouwenerveen is gevormd in de derde ijstijd of glaciaal (200.000 tot 125.000 jaar voor Chr). Er is dan sprake van een breed oerstroomgebied, het dal van de latere Hunze, dat zich uitstrekt van de huidige Noordzee tot aan Emmen. De Hunze (wat moeras of modder betekent) slipt van af 70.000 jaar tot aan de Middeleeuwen voor een groot deel dicht. Het dal wordt gevuldmet zand, veen en klei. De hunze werd in de jaren 60 gekanaliseerd. Hierbij werden de scherpe bochten uit de Hunze gehaald.

hunze2
Hunze tegenwoordig

Het is de bedoeling dat de meanderende stroom door het gebied wordt hersteld.
Het is de bedoeling dat de meanderende stroom door het gebied wordt hersteld. Hierover kun je lezen bij hunzeproject.nl.  Drouwenerveen maakt tegenwoordig deel uit van deelgebiedscommissie Kanaal Buinen-Schoonoord. Hunzeproject is opgeheven 2013. De deelgebiedscommissie ook en is vervangen door de Gebiedscommissie Hunze Borger-Odoorn, zie http://hunzecommissie.nl

Over de prehistorie zijn slechts weinig dingen bekend. Er zijn bewijzen dat de Homo Neatherthalenis 125.000 jaar in dit gebied leefde. Dit waren de eerste menselijke bewoners van Drenthe. De Neathertalenis waren geen rechtstreekse voorvaderen van de huidige mens, Homo Sapiens Sapiens. De Homo Sapiens kwamen omstreeks 40.000 jaar voor Chr.  in Europa.  In de laatste periode van het Paleolithicum ( de oude steentijd) leefden er hier in Drenthe rendierjagers en vissers. Deze volkeren behoorden toe tot het Hamburg-cultuur. Er zijn nog een aantal gebruiksvoorwerpen gevonden van deze mensen. Het gaat hierom een hertshoorn bijl van 7000 jaar oud en een paar pijlpunten van 10000 jaar oud.

hunebeddendrouwenOngeveer 3500 jaar geleden begonnen de mensen in Drenthe met primitieve landbouw. Deze mensen behoorden tot de trechterbekercultuur. Dit volk stond ook wel bekend als hunebedbouwers. Door de landbouw waren ze aan een vaste plek gebonden en zo ontstonden de eerste dorpen. De beroemde schoolplaat van J.H. Isings uit 1959 toont het dorpsbeeld uit die tijd.

Deze mensen bouwden hunebedden op hoger gelegen gebieden. In Drouwenerveen zijn geen hunebedden gevonden, omdat Gieterveen toen nog een onderdeel was van het Boertanger moeras en dat belemmerde het bouwen van de hunebedden. De dichtstbijzijnde hunebedden zijn te vinden bij Drouwen, Buinen, Bronneger en Borger

Voor meer informatie over deze hunebedden en de trechterbeker cultuur kun je terecht op de pagina “De hunebedden van Nederland”

Officieel eindigde de prehistorie van dit gebied rond Drouwenerveen in het jaar 12VC. In dit jaar kwam dit gebied tijdelijk onder het bestuur van de Romeinen. Aan de hand van verhalen van de Romeinse geschiedschrijvers Plinius en Ptolemaeus weten we iets meer over de volkeren die hier leefden rond het begin van onze jaartelling. De Romeinen zijn maar tijdelijk in dit gebied geweest, want na 14NC werden ze terug gedreven tot de Rijn. Dit was het gevolg van  de slag om Germanica Inferior Magna – welke Romeinse Provincie wij vandaag kennen als de provincies Overijssel, Friesland, Groningen, Drenthe, (Nieder)Sachsen en Nordrein/Westfalen, waarbij de Romeinen een groot deel van hun 4 legioenen in het Teutoburgerwoud en op het eiland Byrchanis (tegenwoordig het Drents plateau) verloren. Ze hebben ook nooit weer geprobeerd om het “Germania Inferior Magna” te heroveren op de germaanse stammen in deze gebieden.

alpinecampagneDe Romeinse tijd voor Drouwenerveen (toen nog een zandbank voor de kust van de hondsrug)  begon op het moment dat Keizer Augustus zijn pleegzoon en latere Keizer Tiberius (uit 2e huwelijk met Livia) en Drusus (de broer van Tiberius) in 14VC de opdracht gaf om een buffer te creëren tussen de vijandige Germaanse stammen uit het Noorden en Oosten en het welvarende en winstgevende Gallia en Italia. De Alpine Campagne (14VC-68NC) zou een van de meest succesvolle campagnes worden die het Romeinse Rijk in haar geschiedenis c.q. expansiedrift gekend heeft.

Wat Julius Caesar tussen 55-53VC niet gelukt was lukte Augustus wel en nog veel beter. In nog geen twee jaar tijd (14VC-12VC) werden alle Noordelijke en Oostelijke Germaanse stammen door de legioenen van Drusus en Tiberius letterlijk onder de voet gelopen. En net zoals in de tijd van Julius Caesar sloten de Bataven, Canninefates, Friesen, Chamavi en Chauci Minors zich bij de Romeinen aan in ruil voor privileges, belastingvoordelen en bescherming tegen vijandelijke Germaanse stammen zoals de Chauci Major, Cherussi, Bructerians, Chatti, Mattiaci etc. welke door de Romeinen en hun bondgenoten op hardhandige wijze werden ingelijfd. Door deze verdeel- en heersstrategie toe te passen tussen de Germaanse stammen werd het Germaanse Rijk letterlijk in tweeën gesplitst n.l. in een westelijk en oostelijk deel, waarbij het eiland Byrchanis het westelijk deel vormden.

romansBelangrijk is te weten dat Nederland de eerste 300 jaar van onze jaartelling (Subatlanticum periode) klimatologisch gezien aangenaam warme zomers en milde winters kende en de zeespiegel 3-4 meter hoger stond dan de huidige waterstand. Het gebied tussen het Lauwersmeer en Eems/Dollard, met daarin de schiereilanden Westerkwartier en stad Groningen, maakte rond het jaar 0 dan ook nog deel uit van de Noordzee en was net zoals West- Noordoost  Friesland en Groningen bezaaid met kleine eilandjes, terpen en wierden. Hierbij moet tevens melding worden gemaakt dat het Hunzegebied ten noorden en oosten van de Hunzedelta, ofwel het gebied voorbij de lijn Bronneger en Buinen toendertijd nog deel uitmaakte van de Noordzee en zo nu en dan in de zomer als moerasgebied droogviel. Het Zuidlaardermeer, Leekstermeer, Schildmeer, Meedhuizermeer, Proostmeer, Handshalstermeer, Paterwoldsemeer etc. bestonden als zodanig nog niet aan het begin van onze jaartelling, maar maakten net als het gebied tussen Lauwersmeer en Eems/Dollard onderdeel uit van de Noordzee.

In de toenmalige  (Hunze)delta naar het Zuidlaardermeer lagen links en recht van de Hunze een aantal eilandjes, die we vandaag de dag nog kennen als Zandvoort (Dr), Eexterzandvoort, De Hilte en Gieter(zand)veen. In de tijd van de Romeinen lagen de schiereilanden Westerkwartier en de stad Groningen met hun beider voortorens midden in de Noordzee. Op de plek van Borger was een soort van haven, waarbij de eilandjes in het Noorden afhankelijk van eb en vloed, jaargetijden en andere bijzondere omstandigheden per boot of te voet over begaanbare c.q. doorwaadbare moeraspaden bereikt konden worden. Vanuit deze haven konden Romeinen via de Hunze de Noordzee bereiken.

romanshipVoor de kust van Borger waar de Hunze tussen Bronneger en Buinen de Noordzee inliep was tevens ook heel duidelijk de scheiding tussen het meer waterrijke noorden van de oostelijke Hondsrug en het meer moerassige oosten en zuiden waar te nemen. Dit moerassige oosten en zuiden werd bewoond door de Moera (mythen en legenden) stammen. Dit volk heeft een uitermate belangrijke rol heeft gespeeld in de periode 12 VC – 14 NC. Zonder het Moera volk waren de Romeinen en hun bondgenoten immers in het geheel niet in staat hun weg door het moeras naar het oosten en zuiden te vinden. De Moera’s waren dan ook in deze korte periode degenen die zowel voor het transport per boot, wagen of te voet verzorgden tussen de Hondsrug en het oosten en zuiden. De Buinerbrug, Valtherbrug en Emmerbrug zijn dan ook moeras- c.q. veenwegen die veel ouder zijn dan dat wij vandaag denken. Door Drouwenerveen loop ook een veenweg, gemaakt van houten palen, die ligt in een privétuin op de Noorderstraat, netjes verborgen onder de grond. “Moera’s” komen we als begrip/naam nog steeds tegen in Oost Drenthe, n.l. in de huidige naamgeving Oostermoer ofwel Oostermoera en Monden ofwel Moera gebieden.

wodan

Tot het eind van de  9 eeuw was de religie in Drenthe niet christelijk, maar Germaans. Dit was een natuurgeloof, die later door de kerk als duivels werd beschouwd en op deze manier uit het dagelijks leven is geweerd. Het Germaanse geloof kende vele goden, zoals: Wodan, Donar, Frija en Ding (Tyrr).

donarDeze namen zijn nog terug te vinden in de namen van de dagen van de week. Vele tempels geweid aan deze goden in Drenthe zijn door zendelingen van de kerk vernield. Deze zendelingen werden gesteund door de legers van Karel de Grote. Vaak werd er op de plaats van een Germaanse tempel een kerk gebouwd. Een voorbeeld is de kerk in Roden. Veel herkenbare plaatsen van dit oude geloof zijn niet meer terug te vinden in het landschap. Een van de weinige overgebleven restanten is de Balloër Kuil. Hier kwamen vroeger de Germaanse priesters samen, werd recht gesproken en nieuwe wetten aangenomen. Op oude boerderijen zijn soms nog oude tekens te vinden van de Germanen, zoals de “donderbezem”.

donderbezemDit ijzeren voorwerp werd in de gevel van een boerderij gemetseld als eer betoon aan Donar. Dit was de god van de donder en met dit teken aan de muur, zou de bliksem niet meer inslaan. Ook wordt soms nog huislook (donarsbaard) op het dak van huizen geplaatst. Dit had dezelfde werking als de donderbezem. Ook het Oelebred (in de punt van de gevel) heeft een Germaanse afkomst. Voor meer informatie over Germaanse religie en hun gebruiken kun je terecht op de pagina “Nederlands Heidendom

Tot vrij laat in de middeleeuwen was het Hunzedal geen aantrekkelijkvikingicon gebied voor de mens. Het nodigde allerminst uit tot permanente bewoning, wat wel het geval was met de hoger gelegen gebieden als de Hondsrug. Deze voldeden immers aan een van de absolute vestigingsvoorwaarden: droge grond. Bovendien liep er over de heuvelrug vanouds een weg, die de mogelijkheden garandeerde met anderen in contact te komen. Zo’n weg ontbrak aanvankelijk in het Hunzedal. Hier was de mens voornamelijk aangewezen op de rivier als hij zich in het gebied wilde verplaatsen en het schijnt dat zelfs de Vikingen dit gedaan hebben. In het Geschiedkundig Schoolboek voor Drenthe van J.S.Magnin uit 1851 is opgetekend dat 435 na Chr. de Noormannen een inval deden in het Groningerland en langs de Hunze ook in Drenthe. Hoe ver ze met hun schepen de rivier zuidwaarts hebben kunnen volgen vermeldt het boek niet, wel dat ze tijdens een andere inval in 808 mogelijk tot onder Odoorn zijn doorgedrongen.

Geschreven, samengesteld en deels overgenomen: Jan Warmink van www.gieterveen.com en overgenomen en aangepast (de prehistorie van beide dorpen scheelt namelijk weinig) door Robin Ketelaars
Het origineel Germania Inferior Magna staat op de website van het Innovatieplatform Noord Nederland. Orthelius.info

 

Sinds 2002